K'Gari - Reisverslag uit Frasereiland, Australië van Karen Ploeg - WaarBenJij.nu K'Gari - Reisverslag uit Frasereiland, Australië van Karen Ploeg - WaarBenJij.nu

K'Gari

Blijf op de hoogte en volg Karen

04 Augustus 2014 | Australië, Frasereiland

Ik heb nog zoveel meer over K'Gari te vertellen dat ik maar een heel nieuw blog ga schrijven. Als je K'Gari wel gehoord hebt, moet je vooral mijn volgende blog lezen, die gaat over de rest van mijn reis. Het eiland zit alleen nog zo in mijn hoofd dat ik het er maar uit moet typen. Gek, hoe erg je een plek kan missen waar je maar een paar dagen bent geweest. Maandag ochtend werden ik en Ben (Oostenrijk) opgehaald door Dave vanaf het Dolphins Beach House hostel, waarna we Saskia (Nederland) en Kadi-Ann (Estland) ophaalden van de Halse Lodge iets verderop in het dorp. Vervolgens reden we naar het office van Drop Bear. Daar zat de rest, waaronder Sven en Anne-Marie (Nederland), een Engels koppel, en een Duits koppel, ons al op te wachten. Nadat we waren 'ingecheckt' kregen we een 40 minuten lange introductievideo te zien met veiligheidsinstructies over Camperduin en rijden op het eiland. Omdat er wilde dingo's op het eiland leven, moet je erg voorzichtig zijn met eten buiten/in je tent laten, aangezien de dingo's zo ongeveer alles open kunnen maken en dus vervolgens al je eten opeten. Niet goed voor de mensen aangezien al je eten dan op is, maar al helemaal niet goed voor de dingo's omdat ze dan afhankelijk worden van de mensen. Verder moet je oppassen met in het zand rijden aangezien je vast kan komen te zitten en er soms hobbels in het zand zitten die je niet goed kan zien en dan kan je auto kapot gaan. Maar goed, ook nogal veel onzin in het filmpje, het meest hilarisch waren de opmerkingen 'don't sleep on the road' en 'it's the law'. Die opmerkingen werden dan ook op de meest random momenten herhaald. Erg grappig. Nadat we het filmpje gekeken hadden, konden we vertrekken richting Rainbow Beach. Met Saskia, Kadi-Ann en Ben reden we in de Red Rocket 4-wheel drive auto achter Dave in Geffrey de armypartybus aan. Over auto werd al snel omgedoopt tot de Partyrocket, en wij waren dus team Partyrocket. Via wat binnenwegen reden we in zo'n anderhalf uur naar Rainbow Beach. Daar stopten we bij een tankstation om de auto's vol te gooien, en nog een Engels koppel en Jasmin op te halen. Ook konden we langs de bakker en de Liguor store voor de broodnodige boodschappen voor de komende dagen. Nadat Jasmin zich bij Team Partyrocket had gevoegd reden we verder naar de kust. Na een stukje bos en een stuk zeer los zand stonden we aan het water op de veerboot te wachten. E was geen 'station' ofzo, de boot legde gewoon aan op het strand. Terwijl we stonden te wachten zagen we al allemaal dolfijnen en zelfs een paar walvissen, de tocht begon dus goed. Na kort bootritje stonden we op K'Gari. Ik noem het eiland trouwens K'Gari en niet Fraser Island omdat Mrs. Fraser de vrouw is die ervoor gezorgd heeft dat het eiland beroemd werd maar daarbij er ook voor gezorgd heeft dat het merendeel van de Butchulla people is uitgeroeid. Niet echt noemenswaardig dus en al helemaal niet een verdienste om een eiland naar je vernoemd te krijgen. Maar goed, eenmaal op K'Gari reden we over het prachtige strand richting ons kamp, waarbij we onze eerste dingo spotten, wat heel erg op een normale hond lijkt maar dan een stuk dunner. Hierdoor denken mensen soms dat ze te weinig eten krijgen, maar dat is niet zo. Na iets van een half uurtje kwamen we aan bij ons kamp, dat beschermd was door een dingo-fence, wat lijkt op het dierenrooster dat wij in Nederland bij sommige natuurparken hebben, maar dan met nog een aantal elektrisch geladen draden eroverheen gespannen. Je kan er dus ook niet overheen lopen (Ben zette in het donker per ongeluk een voet op de draad, dat resulteerde in wat mooie vonken haha). Ons kamp bestond uit vier grote kamers waar onze groep in sliep, een keuken plus eetzaal, en allerlei 'huisjestenten', die de vrijwilligers van Drop Bear nog moesten schoonmaken terwijl wij er waren. De kamers waar wij in sliepen hadden vier stapelbedden, een wc en een douche. Prima dus! Bij het kamp voegden ook de mensen die vanaf Hervey Bay waren gekomen zich bij ons, waaronder Kelsey (Canada), en een Iers koppel. Nadat we onze spullen hadden gedumpt, liepen we naar buiten, naar het kampvuur, waar we een introductiepraatje van Mark kregen, de oprichter van Drop Bear die op het eiland is opgegroeid. Hij vertelde over de begin tijd van Drop Bear en over het belang van de verhalen van de Butchulla voor de geschiedenis van het eiland. Je merkte meteen al hoe persoonlijk alles is voor hem, en voor alle mensen die bij Drop Bear werken. Goed om te merken. Vervolgens stond de lunch voor ons klaar, lekkere wraps met sla en groente en vlees. Nadat we dat hadden opgesmikkeld was het tijd voor onze eerste excursie: naar Lake Wabby en de Hammerstone Sandblow. Na iets van een kwartiertje rijden, weer over het strand, kwamen we aan bij een paadje. Als echte Australiërs gingen de meesten op blote voeten. Omdat het eiland alleen maar uit zand bestaat, is op blote voeten vaak fijner dan met schoenen aan (vond ik dan). Enige probleem was dat we door het bos liepen, dus je moest een beetje uitkijken voor alle takjes waar je op stond. Na zo'n veertig minuten wandelen (best zwaar want omhoog en omlaag, maar erg lekker) kwamen we aan bij de Hammerstone Sandblow, wat een soort van Soesterduinen was maar dan toch echt een stukkie mooier. Nadat we over de top van een duin liepen, zagen we opeens Lake Wabby liggen, met aan de ene kant zand en aan de andere kant het bos. Het meer zit vol met tea tree olie, dat van boomblaadjes komt en erg goed is voor je huid en haar. Lake Wabby is een sacred plek voor de Butchulla mannen, het was de plek waar ze een ritueel deden dat ze van jongen tot man zou maken. Wat ze precies deden is geheim, maar toch gaaf om daar te zijn.a Aangezien we toch best warm waren geworden van het lopen, namen we allemaal een heerlijk (iets te) verfrissende duik in het water. Koud! Het is tenslotte winter hier. Niet dat je dat merkt, het was iets van 23 graden ofzo minimaal overdag... Dave had een boemerang meegebracht, waar we allemaal even mee mochten oefenen. Helaas was hij niet echt voor linkshandigen gemaakt, dan draait ie namelijk de verkeerde kant op en kan hij de bocht niet maken. Maar ik durf te wedden dat als ik ergens ooit een linkshandigenboemerang vind, ik het dan beter kan! Sommigen hadden echt wel talent, die kregen hem bijna precies terug van waar ze hem gooiden! Anderen hadden dat iets minder, die moesten of heel ver lopen of die gooiden hem ongeveer meteen op de grond. Lekker nog even in de zon gelegen en toen was het al weer tijd om terug te gaan. Op de terugweg kregen we van Dave uitleg over alle verschillende bomen die in het bos stonden. Zo zagen we de eerste twee fases van een vine die uiteindelijk om een boom heen krult en zo slingerend omhoog groeit. Ook legde Dave uit dat Australiërs dingen noemen zoals ze ze zien. Zo heette een boom die blaadjes heeft die eruit zien als een soort zaag een 'saw leaf tree'. Erg interessant, Dave kon van alles uitleggen over hoe de bomen en planten zich geëvolueerd hadden voor en nadat de aboriginals en Europeanen op het eiland waren aangekomen. Na 40 minuten waren we weer terug bij de auto's en reden we met zonsondergang terug naar het kamp. Eenmaal daar konden we allemaal even lekker douchen, en vervolgens stond het eten dat de vrijwilligers voor ons hadden gemaakt al weer klaar: verschillende soorten barbecue vlees met lekkere groenten. Na het eten was het tijd voor de chocolate game, waarbij je kleine balkjes uit een grote reep chocola moest snijden met plastic mes en vork, en vervolgens het blokje op je vork moest zien te prikken en in je mond stoppen. Ondertussen ging er een dobbelsteen de groep rond, en als iemand 6 gooide, mocht diegene verder met snijden. Na zo'n twintig minuten had ik nog steeds geen chocola gehad, en toen ik eindelijk 6 gooide kreeg ik mijn eerste blokje chocola naar binnen. Op het moment dat het tweede blokje chocola aan mijn vork geprikt was en bijna in mijn mond zat, gooide iemand 6. Ik kon die kans niet laten liggen en stopte nog snel de chocola in mijn mond. Dat had ik beter niet kunnen doen, want dat was valsspelen en dus moest ik de vegemite challenge doen. Ik weet niet of jullie ooit vegemite hebben gegeten, maar het lijkt op het Engelse marmite, en is ontzettend maar dan ook ontzettend ranzig. Ik had het nog nooit echt gegeten, dus ik nam eerst een klein likje van de volle vork die ik op moest eten, en dat was al erg vies. Toen moest ik er alleen echt aan geloven, ik dacht, hup even doorzetten, dus duwde ik de vork met vegemite in mijn mond. My gosh ik dacht dat ik doodging. Kokhalzend met tranen over mijn wangen lukte het me uiteindelijk om de vegemite door te slikken, wat resulteerde in grote hilariteit bij de rest en vluchtpogingen van mijn buren die dachten dat ik misschien over ze heen zou kotsen. Gelukkig (maar net) alles binnen gehouden, en daarna was mijn buurman zo lief om zijn stukje chocola af te staan om de vegemite smaak in mijn mond weg te krijgen. Getverderrie dat eet ik echt nooit meer, ik moet al bijna kotsen bij de geur nu. Na drie keer mijn tanden te hebben gepoetst nadat alle chocola was verdwenen, liepen we naar de tuin, om met z'n allen bij het kampvuur te zitten. Toen we allemaal lekker warm waren liepen we met z'n allen naar het strand, waar we alle sterren en de Melkweg prachtig mooi konden zien. Lekker dicht bij elkaar want toch best koud, en ondertussen werden alle sterrenbeelden en andere constellaties aangewezen. Zo zagen we zelfs Jupiter en licht van een ander zonnestelsel, zo weinig lichtvervuiling was er in onze omgeving. Doet je wel nadenken over hoeveel licht wij in Nederland produceren. Zoveel sterren heb ik nog nooit gezien. Ik heb zelfs mijn eigen sterrenbeeld voor het eerst in de hemel zien staan! Ook zag je iedere paar minuten wel een vallende ster, echt magisch. Toen we koud en uitgekeken waren, liepen we terug naar het kampvuur, waar we lekker opwarmden en de didjeridoo probeerden te bespelen. Met team Partyrocket plus Dave en Kelsey bleven we als laatste over. Kelsey hebben we vervolgens maar ingewijd in team Partyrocket, door drie rondjes om het vuur te dansen en allemaal liedjes te zingen. Rond 12 uur waren we moe, dus gingen we lekker slapen. Ik sliep met Ben, Kelsey en het Ierse koppel op een kamer.
De volgende dag maakte Dave ons allemaal wakker met het prachtig vreemde geluid van de didjeridoo midden in onze kamer. Om 6 uur 's ochtends. Een kwartier later stond ik buiten en liep ik naar het strand waar de halve groep al zat, om de zonsopgang te zien. Prachtig, de lucht werd eerst langzaam steeds lichter, met roze tinten, en na ongeveer een kwartiertje kwam eindelijk de zon boven de horizon vandaan. Ik heb niet zo heel veel zonsopgangen meegemaakt in mijn leven, maar dit was wel een van de besten, zo aan zee, de zon langzaam aan de horizon te zien verschijnen met uitzicht op de oceaan, met een leuke groep mensen om je heen, wetende dat je op een prachtig en bijzonder eiland bent. Na een lekker ontbijtje met een 'egg in a basket' zoals we dat op Kangaroo Island al noemden (een ei dat is gebakken in het midden van een boterham waar een gat in is gemaakt), gingen we op weg, het eiland verkennen. We begonnen bij een grote zandduin-vlakte, de Kirrar Sandblow. Weer lekker op blote voeten, en eenmaal aangekomen klommen we de hoge duin op, van waar we een paar walvissen in de zee spotten. Veel foto's en nog wat geklim later gingen we met de meiden van team Partyrocket er even bij zitten om alles goed in ons op te nemen. Totale stilte, prachtig uitzicht, maakt je erg klein op de wereld, op een goede manier. Na een groepsfoto (iedere groepsfoto in dezelfde pose, ben benieuwd naar het resultaat) liepen we via een klein verborgen riviertje waar we wat water uit dronken als een tijger weer terug naar de auto's. Omdat andere mensen ook wilden rijden, werd team Partyrocket hier helaas al een beetje opgesplitst, maar dat betekende wel dat we in Dave's armypartybus gezellig keihard met enorm foute muziek mee konden zingen. Na even rijden kwamen we aan bij Elite Creek. Met niets anders dan onze bikini's aan renden we naar de plek waar we het water in konden. Daar kwamen we ook een andere groep tegen, men wat zagen die er miserable uit. Hun gids was nergens te bekennen, ze hadden allemaal hun handdoeken meegenomen en sprongen dus vervolgens allemaal niet het water in. Onze hele groep ging met een zogenaamde 'trustfall' het water in, waarbij je met je rug naar het water gaat staan en je gewoon achterover liet vallen. Als een enorme groep krokodillen zwommen we door het water. Je had 3 opties: de blije krokodil (gewoon lachen), de boze krokodil (bubbels blazen met je mond) of de sexy krokodil (met je wenkbrauwen wiebelen). De creek was net diep genoeg om met je handen bij de grond te kunnen en omdat er redelijk stroming was werd je meegevoerd, weer helemaal terug naar de auto, waar we onze handdoeken pakten en doorreden naar het Maheno shipwreck. Het is een verroest schip, of in ieder geval wat er van over is gebleven, dat op de grens van het zand en de zee ligt. Het is gebruikt in de oorlog als oefen schip, vroeger zijn er ook bruiloften op gegeven, maar tegenwoordig is het in zo'n slechte staat dat je moet oppassen dat er niet opeens eens stuk ijzer op je hoofd valt, je mag er dus ook niet dichter dan 3 meter bij vandaan komen. Het ziet er wel echt ontzettend gaaf uit! Toen we verder reden naar de Pinnacles, zagen we opeens twee humpback whales super dichtbij in het water! Het waren een moeder en haar jong, en de moeder was het jong aan het leren om met zijn vin op het water te klappen, super schattig want je zag dus steeds een of twee vinnen op het water klappen dat natuurlijk lekker spetterde. Heel impressive, liet me alweer waarderen waar ik was en hoe bijzonder de natuur eigenlijk is. Vervolgens kwamen we dus aan bij de Pinnacles, een plek die sacred is voor vrouwen, en eigenlijk grote zandhopen waren met allemaal mooie kleuren. Het verhaal erachter is is dat de Rainbow spirit zijn leven heeft gegeven voor zijn grot liefde, een heel mooi meisje die achterna werd gezeten door de man aan wie ze beloofd was om mee te trouwen, en vervolgens dus al zijn kleuren over de zandheuvels uitspreidde. Op weg naar lunch stopten we op het strand om een soort van mossels uit het zand te graven, die we in de avond (met Dave's zelfgemaakte juice) opaten. Tijdens de lunch zagen we nog een Kookaburra vlakbij zitten, en kwam er een goanna aan om onze lunch op te eten, maar Dave pakte hem op en zette hem ergens anders neer. Moet je zelf vooral niet proberen want ze kunnen vervelend bijten.
Na de lunch reden we naar de Champagne Pools, zout water poeltjes die door rotsen van de zee worden gescheiden. Lekker even gebadderd (beetje koud) en lekker gevolleybald, en toen was het al weer tijd om verder te gaan, op weg naar Indian Head, wat een grote rots is op een hoek van het eiland. Daar aangekomen klommen we eerst allemaal naar boven (weer lekker op blote voeten). Daar aangekomen was het story time. W gingen allemaal in een cirkel om Dave heen zitten, en die vertelde ons over alles wat er op Indian Head gebeurd is. Het is de meest sacred plek voor de Butchulla people, vroeger hielden ze een soort van court daar, als mensen iets fouts gedaan hadden moesten ze dat op Indian Head komen uitleggen aan de stamhoofden. Als die tevreden waren met je uitleg mocht je weer naar beneden lopen. Als ze niet tevreden waren, werd je vriendelijk verzocht naar beneden te springen, wat je niet echt overleefde. Helaas toen de whiteman kwamen, werd de rots voor eenzelfde soort doel gebruikt, alleen dan niet voor de misdadigers, maar voor de hele Butchulla stam. Erg aangrijpend om op zo'n plek te zijn waar zoveel is gebeurd, en zoveel naars ook. Iedereen werd er stil van. Nog totaal onder de indruk liepen we weer naar beneden.
Vervolgens reden we een stuk verder weer richting huis, maar we stopten nog even bij Eli's Creek om nog een keer het krokodillenrondje te doen. Met Saskia, Kelsey, Kadi-Ann, Dave en Frenchie renden we naar het begin, het was al wat kouder, en leuk nog een keer sexy krokodillen gespeeld. Nog een stuk verder met de auto stopten we bij een stroom die van het eiland naar de zee over het strand stroomde, om K'gari's heartbeat te voelen. Iedere paar seconden komt er een klein golfje het eiland uit. De Butchulla people noemden dat K'Gari's hartslag. Eigenlijk is het het water dat uit het enorm grote waterreservoir naar boven komt, maar wie zegt dat dat niet ook K'Gari's hartslag kan zijn. Met blote voeten in de stroom kregen we even bezinningstijd, tijd om K'Gari te bedanken voor onze trip. Uitzicht op de ondergaande zon, de hartslag die je aan je voeten voelt, wat een ervaringen op dat eiland! Terug bij het kamp was het weer tijd voor lekker eten, waaronder de schelpdieren met Dave's juice, en lekker rijst met barbecue kip. Toetje was marshmallows bij het kampvuur! Het gaafste was dat Dave drie rangers had uitgenodigd bij het kampvuur, waaronder 2 mannen van de Butchulla tribe. Zo interessant, maar ook gewoon super gezellig. De derde man had zijn gitaar meegebracht, dus met muziek (lekker allemaal meezingen), warmte van het vuur, goed gezelschap en de prachtige sterrenhemel was het een magische avond. Zo magisch dat ik pas om kwart over 2 naar bed ging, maar toch om kwart over 6 weer uit mijn bed was na de heerlijke didjeridoo wekker, om de zonsopgang te zien. Dat blijft toch ook een speciaal moment, de zon boven de horizon uit te zien komen, nadat je al wel tien keer hebt gedacht, nu komt ie! En de zekerheid die je hebt dat hij altijd weer zal verschijnen, iedere ochtend. Na het ontbijt gingen we op weg, het eiland in. Na twee dagen alleen de rand te hebben gezien, en de hele tijd over het strand te hebben gereden, was het de laatste dag tijd om de binnenwegen te verkennen. We stopten eerst bij de grootste boom op het eiland, die we allemaal een grote knuffel gaven zodat ie nog wat groter zou groeien. Daarna reden we verder naar Lake McKenzie (Boorangoora), waar we een paar uurtjes lekker op het strand lagen. We hadden eens strandje helemaal voor onszelf, dankzij de Butchulla people, want het hoofdstrand lag compleet vol. De Butchulla geloofden dat de wind en het water je wijsheid zouden brengen. Belangrijke beslissingen namen ze dus altijd daar. Ik heb ook heerlijk in het water gelegen en voor me uit zitten staren, ik snap wel waar de Butchulla het over hadden, het is de perfecte plek om eens goed over alles na te denken. Het strand had het puurste zand dat er bestaat, het bestond uit silica. Goed voor de huid, het haar, zelfs je tanden, ik voelde me alsof ik in een soort mega Spa was beland. Is een cirkel smeerden we elkaars ruggen lekker in mens zand, we poetsten onze tanden ermee, wasten ons haar, als een stel zandmonsters stonden we naast elkaar. Maar het werkte echt! Mijn tanden voelden superglad en mijn haar was nog 3 dagen super zacht zonder dat ik het hoefde te wassen. Na deze rustgevende Spa behandeling en de opgenomen wijsheid, gingen we verder landinwaarts, op weg naar Central Station, het vroegere westerse centrum. Er was ook een wandelpad door het regenwoud, langs Wanggoolba Creek, een heilige plek voor de Butchulla vrouwen (en dus verboden voor mannen, ze houden zich daar nog steeds aan. De Butchulla mannen hadden ons de avond ervoor verteld dat er tijdens een grote storm een hoop bomen om waren gewaaid, maar dat het heel lang duurde voordat ze dat alles op konden ruimen, omdat het grootste gedeelte van de rangers Butchulla mannen zijn, en ze daar dus niet mochten komen. Uiteindelijk moesten ze mensen van het mainland halen om de bomen van het pad af te kunnen halen). De Creek was vroeger de plek waar de Butchulla vrouwen naartoe gingen om te bevallen. De oma van een van de mannen bij ons kampvuur was zelfs de laatste persoon die daar is geboren. Bijzondere plek dus. Het water in de Creek stroomt precies snel/langzaam genoeg dat het totaal geen geluid maakt. Het water is overal super helder, soms zie je dus bijna niet dat er water stroomt. Het regenwoud was prachtig, zo groen! Er kan daar regenwoud ontstaan omdat er bepaalde bacteriën in het zand leven die de goede stoffen voor de bomen kunnen produceren, heel bijzonder. Aan het eind van het pad zag je nog wat huisjes staan waar de westerse mensen hadden gewoond. Ook lagen er nog oude treinwagonwielen, een paar van 70 kilo en een paar van 250. Tijd voor een workout sessie. Omdat niemand anders naar voren stapte toen Dave vroeg wie de wielen van 70 kg op wou proberen te tillen, ging ik maar. En ik kreeg ze omhoog hoor! Aan die van 250 kg ging ik toch maar niet beginnen, maar Dave liet ons zien hoe sterk hij was en tilde na wat stretchen zo die 250 kg op! Een andere jongen testte nog even of het geen trucje was, maar nee hoor. Ik snapte opeens waarom Dave mijn tas zo makkelijk in de auto kon tillen op de heenweg... Toen was het tijd voor lunch met lekkere wraps. Na de lunch moesten we afscheid nemen van de mensen die naar Hervey Bay zouden gaan, dus vaarwel gezegd tegen Kelsey, Ben, en het Ierse paar. Terwijl Dave ze naar de pont bracht, hadden wij dus even tijd om te relaxen. Lekker even gevolleybald en in de zon gezeten. Na een half uurtje was Dave weer terug en gingen wij op weg terug naar het kamp, waar we al onze spullen in de auto's hebben geladen, en op weg gingen naar de pont. Met de overgebleven partyrockets zaten we bij Dave in de armybus weer lekker hard mee te zingen met alle foute muziek die voorbij kwam. Op weg naar de pont zagen we nog twee dingo's, en ook een zieke schildpad, hij leek eerst dood maar toen bewoog hij opeens. Prachtig beest, maar heel zielig om hem daar zo pijn te zien lijden. Op de pont (waar we bereik hadden) hebben we de rangers gebeld zodat die misschien nog de schildpad beter zouden kunnen maken. Bij Rainbow Beach namen we afscheid van Jasmin en het Engelse koppel. Vervolgens reden we over het strand terug naar Noosa, wat prachtig was. Rainbow Beach heet niet voor niets Rainbow Beach, de kliffen naast het strand hebben prachtige kleuren, en met de ondergaande zon achter ons was het een prachtige afsluiting. In het donker kwamen we weer aan in Noosa, waar we allemaal opsplitsten. Dave bracht mij en Frenchie naar onze hostels, en toen was het echt over. Heel bizar om dan opeens alleen terug te zijn in je hostel, zonder alle leuke mensen, kampvuren, muziek. Ik was best wel moe dus ik viel na een heerlijke douche al weer snel in slaap. Wat een avontuur was K'Gari, wat een ervaring! Ik ben zo blij dat ik dit gedaan heb, het heeft me erg veel gebracht. Ik heb dingen over andere culturen geleerd, maar ook veel over mezelf. Mijn tijd daar heeft me doen beseffen dat cijfers en school helemaal niet zo belangrijk zijn als mensen thuis het soms laten voelen. De Butchulla stam heeft tienduizend jaar op het eiland geleefd, en het enige wat je daar nu nog van ziet is een stuk uit de stam van een boom dat ze lang geleden gebruikten om bepaalde dingen van te maken. Hun hele leven draait om het in leven houden van K'Gari, en bij alles wat ze doen houden ze dus het land in hun hoofd. Wat een verschil met hoe wij ons leven leven. Bij ons heb je vaak niet geleefd als je niet iets achter hebt gelaten. Het liedje 'ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde' schiet zo mijn hoofd in. Hoe belangrijk is dat? Wij zien de natuur vaak als een hulpmiddel om zelf te leven, terwijl de Butchulla zichzelf zien als een hulpmiddel om de natuur te helpen overleven. Dat heeft een diepe indruk op mij gemaakt.
Over mezelf heb ik geleerd hoe leuk het is om wat spontaner te zijn, om alles te doen wat je kan doen. Het bracht me zoveel meer om tegen meer dingen ja te zeggen, in plaats van te denken, moet ik dat nou wel doen.
We hadden geluk met de groep die we hadden, iedereen was even gek en raar en iedereen snapte elkaars humor. We hebben zo gelachen, maar er was ook genoeg ruimte voor bezinning en genieten. Iedereen liet elkaar zijn we ze waren. Maar behalve de groep, was de tour ook een gelukje. Het verschil met andere tours was zo groot. Wij hadden Dave, die zo ontzettend van zijn werk genoot en dat ook kiet zien. Andere groepen hadden een gids die totaal niet geïnteresseerd was in wat er om hem heen gebeurde, of de geschiedenis van het land. Het zegt zoveel dat de Butchulla mensen naar ons kampvuur kwamen, maar naar geen enkel andere tour wilden gaan, gewoon omdat ze zo respectloos met hun cultuur omgingen. Alles was zo interessant en mooi en nieuw en gaaf, ik heb de afgelopen paar dagen alleen maar aan K'Gari gedacht. Het voelt raar dat ik maar drie dagen, eigenlijk nog niet eens, op het eiland ben geweest en dat het zo'n invloed heeft gehad. Ik hoop dat er ooit nog zoiets bijzonders in mijn leven mag gebeuren, want ik geloof niet dat dit een alledaagse ervaring is, en dat ik de vrijheid, het geluk, de ervaring en de gezelligheid voor altijd zal herinneren.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Karen

Joepie leuk, reizen!

Actief sinds 21 Mei 2014
Verslag gelezen: 182
Totaal aantal bezoekers 4631

Voorgaande reizen:

16 Juni 2014 - 11 Augustus 2014

Australië 2014

Landen bezocht: